VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Onlangs verlaagde de Amerikaanse Fed opnieuw de rente, met 25 basispunten naar de bandbreedte 3,75 tot 4 procent. Wederom was het rentecomité niet eensgezind: tien van de twaalf handen gingen omhoog. Een van de leden wilde het mes forser in de rente zetten en een comitélid vond rente verlagen juist onverantwoord. Die monetaire Mohikaan lijkt later dit jaar gezelschap te krijgen.

De Amerikaanse inflatie blijft hardnekkig hoog, met 3 procent op jaarbasis. Daarbovenop komen nog de vertraagde effecten van hogere invoerheffingen én de verzwakte dollar. Daar staat tegenover dat de Amerikaanse arbeidsmarkt stevig de wind van voren krijgt. De Fed moet daarom aan de slag met het tweede deel van de taakomschrijving van de bank, namelijk het zorgen voor maximale werkgelegenheid in het land. 

Verdeeld
In zo’n omgeving, waarin één doel om lagere en één om hogere rente vraagt, is afwezigheid van eensgezindheid binnen de bank volkomen logisch. De ideologie en voorkeuren van ieder comitélid komen dan duidelijk naar voren.  

De centrale bank in Washington is verdeeld, en dat gebeurt terwijl de financiële markten nagenoeg zeker zijn dat de Fed begonnen is aan een serie renteverlagingen. Sinds de laatste rentevergadering heeft de eerdergenoemde monetaire Mohikaan medestanders gekregen. Een aantal comitéleden vroeg zich in interviews en toespraken openlijk af of de bank de ruimte heeft de rente verder te kortwieken, gezien de inflatievooruitzichten.  

De voorzitter van de bank lijkt ook tot die stroming te behoren. Tijdens de persconferentie na afloop van de afgelopen vergadering was aan Jerome Powell te merken dat hij zich ergert aan de stellige marktverwachting van een renteverlaging in december. Wanneer de markt dat verwacht, passen de prijzen zich daarop aan en stijgen de koersen. Als de bank de rente vervolgens níét verlaagt, kan dat tot turbulentie op de beurs leiden.  

QE
De centrale bank heeft ook besloten per 1 december te stoppen met het verkleinen van de eigen balans. Even terug in de tijd. Voordat de wereldeconomie en de financiële markten dreigden in te storten in 2008, was de balans van de Fed zo’n 900 miljard dollar groot. Tussen 2008 en 2020 verviervoudigde die, om tot 2022 nog eens ruim te verdubbelen.  

De oorzaak van die enorme stijging is het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties en andere leningen, het zogenoemde quantitative easing (QE). De Fed zette dit beleidsmiddel in omdat de inflatie in de ogen van de centrale bank gevaarlijk laag was. Om de geldontwaarding aan te jagen, pompte men ongekende hoeveelheden geld in de Amerikaanse economie. Toen de inflatie in 2021 rap begon te klimmen, vond de bank dat in eerste instantie een prima ontwikkeling. Mettertijd bleek de hoge inflatie echter veel te hoog te worden én hardnekkiger te zijn dan gedacht. Daarom verhoogde de bank de rente. Daarnaast begon de Fed die oceaan aan extra gedrukt geld een beetje leeg te pompen, door de gelden die de instelling binnenkreeg wanneer obligaties en andere leningen afgelost werden, níet te herbeleggen.  

Dat beleid, de tegenhanger van QE en ook wel quantitative tightening (QT) genoemd, verkleinde de Fed-balans met een kwart. Per saldo is die echter veel en veel hoger dan in normale tijden, dat wil zeggen voor 2008.  

Expansie
Hoewel het normaliseren van de balans gezien de omvang nog een lange weg te gaan heeft, stopt de bank er dus toch mee. Als reden geeft de Fed aan dat ze niet wil dat er te weinig liquiditeit in het systeem aanwezig is en dat de rentes zijn opgelopen. Powell voegde ook nog toe dat de balans weer moet groeien om als het ware mee te stijgen met de expansie van de financiële sector en de economie.  

Dat is een vreemde argumentatie. Dat de rentes oplopen, kan ook veel te maken hebben met de onzekerheid door het beleid in de VS, en met het feit dat de inflatie structureel te hoog blijft. Ook nu, jaren nadat de inflatiegolf begon in 2021, bedraagt de geldontwaarding in de VS nog 3 procent. Hoewel de Fed streeft naar 2 procent per jaar, verlaagt de bank wel de rente! Als dat voor minder vertrouwen in de Fed zorgt, meer specifiek dat de bank een anti-inflatiebastion is, dan lijkt me dat zeer logisch. Het gevolg is dat de marktrentes omhoog gaan; obligatiebeleggers eisen compensatie voor het inflatierisico.  

Op de pof
Het stoppen met de afbouw van de balans lijkt zich niet te beperken tot de Verenigde Staten. Onlangs riep een denktank uit Londen de Britse centrale bank op onmiddellijk te stoppen met QT. De reden? De rentes zijn hoog en stijgend en dat is een probleem voor de Britse regering met haar hoge staatsschuld. En ja: dat is een duidelijke overeenkomst met de VS. In dat licht zie ik het besluit van de Fed, zeker omdat de centrale bank ook besloten heeft de gelden die het ontvangt wanneer hypotheekleningen (die de bank ook kocht) afgelost worden, te herbeleggen in Amerikaanse staatsobligaties.  

Nee, voor mij zijn deze maatregelen eigenlijk een bevestiging van wat ik in mijn boek Keerpunt 1971 schrijf, namelijk dat ons economisch stelsel sinds dat jaar neerkomt op: “voor economische groei leunen op almaar meer schulden”. Na vijftig jaar schulden opgebouwd te hebben, zijn die nu zo hoog geworden dat de markt daarop reageert via hogere rentes. Alleen dat dreigt de motor van het genoemde economische stelsel te laten afslaan. En omdat beleidsmakers geen afscheid willen nemen van leven op de pof, worden dit soort maatregelen getroffen. Onder het mom van zorgen voor voldoende liquiditeit en de balans mee laten groeien met de economie.